De behandelingsopties
"the most important moment in the treatment of ACL injury determining outcome, is the first treatment decision". Om die reden wordt de behandeling van het letsel van de voorste kruisband altijd geïndividualiseerd en bestaat geen universele behandeling die geschikt is voor iedere patiënt. Het is om die reden dan ook moeilijk om de ene knie met de andere te vergelijken!
Het letsel van de voorste kruisband kan op meerdere wijzen worden behandeld:
- conservatief:
met fysiotherapie kan de kracht en de coördinatie van de bovenbeenspieren worden getraind. Zeker bij milde instabiliteitklachten is dit de behandeling van eerste keus. De keuze voor conservatieve behandeling wordt bepaald op grond van de mate van instabiliteit, de aard en intensiteit van sportbeoefening, de conditie van de knie en de leeftijd van de patiënt. Daarnaast is ook het beroep van de patiënt soms belangrijk. Een conservatief beleid wordt bij voorbeeld voorgesteld als sprake is van stabiliteit in het geval van een gedeeltelijke scheur van de voorste kruisband zoals op de foto rechts te zien is. Het tasthaakje wijst de bundel aan die nog functioneert. De andere bundel is hier gescheurd.
- conservatief en brace behandeling:
de brace behandeling wordt vooral aanbevolen aan patiënten die tijdens het sporten de knie niet kunnen vertrouwen en weinig klachten hebben bij de activiteiten van alledag. Een brace biedt overigens geen absolute bescherming tegen rotatoire krachten.
- staken of aanpassen van de sportbeoefening:
het volledig staken van sportbeoefening is niet altijd noodzakelijk. Vooral de zogenaamde pivoterende sporten (voetbal, hockey, squash, basketbal, handbal en volleybal) en vechtsporten (kickboksen, judo, karate) vereisen een goede functionele stabiliteit van de knie. Fietsen, zwemmen, hardlopen op gelijke ondergrond, golf, roeien, schaatsen, langlaufen en zelfs skiën zijn vaak nog wel goed mogelijk.
- operatieve behandeling:
De belangrijkste reden om een voorste kruisband letsel operatief te behandelen is functionele instabiliteit bij de activiteiten van het dagelijkse leven. De patiënt moet bij deze activiteiten rekening houden met de knie en in feite kan de knie als gehandicapt worden beschouwd. De instabiliteit zoals die door de patiënt wordt ervaren, prevaleert boven de bij het orthopedisch onderzoek aangetoonde instabiliteit. Vooral bij topsporters is een milde rotatoire instabiliteit van de knie zoals die bij het stress onderzoek wordt gevonden veelal toch verantwoordelijk voor grote beperkingen. Om die reden wordt dan ook meestal sneller besloten tot een operatieve behandeling bij profsporters (voetballers/voetbalsters). Een andere reden om een operatieve behandeling te overwegen is de stress op de menisci en het kraakbeen als de voorachterwaartse stabiliteit is verstoord. Op de schematische weergave van de knie beweegt het onderbeen naar voren ten gevolge waarvan de achterhoornen van de menisci onder druk komen en bij een draaibweging in deze positie in gebogen houding kan een scheur in de meniscus ontstaan. Letsels van het kraakbeen kunnen grote gevolgen hebben op de langere termijn (artrose).
Operatieve behandeling en revalidatie (klik op de link revalidatie in de alinea voor het protocol)
Als de keuze valt op een operatieve behandeling moet de patiënt er op rekenen dat aan de operatieve behandeling een revalidatie verbonden is van minimaal 6 maanden (niveau van normaal functioneren) tot 9 - 12 maanden (sportniveau). De revalidatie kent een aantal fasen waarin telkens het oefenprogramma wordt afgestemd op de langzaam toenemende belastbaarheid van de knie. De revalidatie vergt tegelijkertijd geduld en doorzettingsvermogen van de patiënt. Omdat de toename van belastbaarheid gekoppeld is aan een aantal biologische fasen (herstel van slijmvliesprikkeling, resorberen van vocht uit de knie, vastgroeien van de nieuwe kruisband in de bottunnels, ontwikkeling van kracht en coördinatie van spiergroepen, ontwikkeling van de algemene conditie) is het veelal niet mogelijk om de revalidatieduur te verkorten. In de revalidatie worden in de opbouw steeds 6 weken perioden gehanteerd. Als een patiënt te snel op zijn oude sportniveau wil terugkeren, worden vaak grote risico's genomen. Daar zijn diverse voorbeelden van bekend (recent onder andere Badstuber van Bayern München op de foto te zien). De propriocepsis van het kniegewricht wordt verondersteld pas na 18 maanden volledig te zijn hersteld! Ook de spieromvang is ruim een jaar verschillend terwijl de kracht vaak symmetrisch is (isokinetische meting met Biodex). Zie ook de rubriek "Return To Play".
NB. Veelvuldig wordt bij de voorste kruisband ruptuur ook een letsel van de mediale collaterale band gezien, soms in combinatie met letsel van de mediale of laterale meniscus. Het letsel van de mediale collaterale band wordt meestal conservatief en functioneel behandeld met zo nodig een beschermende brace! Een meniscusletsel wordt indien mogelijk gehecht (zie ook bij meniscus). Alleen bij de graad III letsels (volledige scheur van de mediale band) is er soms een indicatie de band operatief te herstellen.(zie ook de rubriek gecombineerde bandletsels). Op de foto is bij de rode pijl de scheur in de mediale band op een MRI van de knie goed te zien. De witte pijlen geven de richting van de kracht aan die bij een valgusexorotatie trauma tot een scheur leidt van de mediale band die op de foto ook verdikt is.
In dit geval werd gezien de complexiteit van het trauma gekozen voor een operatieve behandeling door de mediale band te hechten alvorens in een later stadium de voorste kruisband operatief te herstellen. Ook in geval van een avulsiefractuur van de aanhechting aan het bovenbeen (op de röntgenfoto meestal goed zichtbaar) wordt, indien het fragment is verplaatst, een operatieve behandeling gedaan en het geavulneerde fragment gefixeerd met een schroef of kram of bot anker. Uitgestelde behandelingen van niet goed genezen mediale bandletsels zijn minder succesvol.
Op de röntgenfoto's links is een oud letsel van de mediale collaterale band zichtbaar bij de pijlen. Men noemt dit een Stieda-Pellegrini teken hetgeen een uiting is van een in het verleden doorgemaakt letsel van de mediale collaterale band. De aanhechting aan het bovenbeen is (in)gescheurd en de bloeding die daarbij ontstaat, veroorzaakt op termijn een meestal schilvormige verkalking (calcificatie). Er wordt ter plaatse gedurende enkele weken tot maanden lokale drukpijn aangegeven die uiteindelijk doorgaans spontaan zal verdwijnen. Het betreft hier geen avulsiefractuur! De calcificatie behoeft in het algemeen geen operatieve behandeling.
Indien de verkalking meer bolvormig is en tevens mechanische klachten veroorzaakt (lokale drukpijn), kan worden besloten deze verkalking operatief te verwijderen. De verkalking wordt voorzichtig uit de mediale band geschild. De verschillende vormen van een Stieda-Pellegrini verkalking zijn op de foto's goed herkenbaar.