De complicaties
De complicaties die bij de operatieve behandeling van het letsel van de achterste kruisband worden gezien komen in grote lijnen overeen met de complicaties zoals die worden vermeld bij de operatieve behandeling van het voorste kruisbandletsel. Ook de indicatie stelling voor operatie is hier belangrijk en vooral het juist beoordelen van letsels aan de buitenzijde van de knie. Een belangrijk probleem in de revalidatie van de achterste kruisband is de zwaartekracht! Als het been licht gebogen wordt, hangt het onderbeen uit en komt een ongunstige kracht op de nieuwe plastiek. Zithouding met 90 graden gebogen knie is dan ook belangrijk. Het is niet ongebruikelijk dat de aanvankelijk volledig stabiele knie na ongeveer een half jaar weer tekenen van restinstabiliteit vertoont. Een 3+ instabiele knie eindigt meestal in een 1+ stabiliteit. Doorgaans wordt dit door de patiënt die goed gerevalideerd is niet als instabiliteit ervaren.
Naast de algemene complicaties als infectie (< 1%) en thrombose (< 1%) wordt zeker bij de operatieve behandeling van het letsel aan de buitenzijde van de knie soms een tijdelijke verzwakking van de voetheffers gezien door het manipuleren van de daar verlopende zenuw (nervus peroneus). Op de foto is te zien hoe de zenuw wordt geidentificeerd en gemarkeerd met een blauwe markerings teugel. Vooral bij de acute knieletsels is dit een essentiële handeling alvorens de structuren te herstellen. In zeldzame gevallen kan een beschadiging optreden van de bloedvaten in de knieholte maar met het gebruik van röntgencontrole tijdens de operatie is de kans op deze complicatie zeer klein.
Een andere sporadische complicatie is het loge syndroom waarbij de druk in de spieren in het onderbeen dermate hoog oploopt dat de doorbloeding van het been in gevaar komt. De water afvoer wordt om deze reden altijd geopend gehouden.
De belangrijkste oorzaken voor een onvoldoende resultaat is ook nu de technische onvolkomenheid zoals het onjuist plaatsen van de boortunnels en het onvoldoende op spanning brengen van de nieuwe achterste kruisband. Op de foto rechts is de tunnel in het onderbeen te ver naar voor geplaatst (de rode lijn geeft de ideale positie weer) hetgeen de oorzaak kan zijn van functieverlies en restinstabiliteit.
Regelmatig wordt een eindstandige buigbeperking gevonden waarvan de patiënten geen belangrijke beperkingen ondervinden.