Conservatief
- fysiotherapie
Fysiotherapie heeft als doel verbetering van de kracht en coördinatie van de spieren die de knie aansturen. Meerdere vormen van fysiotherapie (Cesar, Mensendieck etc.) kunnen effectief zijn. Fysiotherapie behoort altijd tot een van de eerste behandelingen die aan patiënten met kraakbeenschade wordt gegeven.
- (loop) hulpmiddelen
Het gebruik van loophulpmiddelen zoals een brace, stok, kruk, vierpoot of rollator om de knie minder te belasten cq te ontlasten kan een gunstig effect hebben op pijnklachten en beperkingen. Een simpele elastische bandage of kous om de knie kan ook steun bieden. Soms wordt een corrigerende brace voorgeschreven (valgiserende arthrosator) om een O-been meer naar een neutrale beenas te corrigeren.
Medicamenteuze behandeling:
Deze medicijnen (ibuprofen, diclofenac, naprosyne, celecoxib etc.) hebben een pijnverminderende en ontstekingsremmende werking maar beïnvloeden de conditie van het kraakbeen zelf niet. Indien men de inname staakt, is het effect snel verdwenen. Er zijn kortwerkende NSAID's (Ibuprofen, Voltaren, Naproxen) en langwerkende NSAID's (Celecoxib, Arcoxia). Deze middelen kunnen maagklachten veroorzaken, dus een maagbeschermer (Omeprazol, Pantoprazol) gebruiken, is zinvol.
Deze middelen, die niet door de ziektekosten verzekeraar worden vergoed, blijken vooral effect te hebben bij de beginnende vormen van artrose (chondropathie graad 1, 2 en soms 3). Het effect bij graad 4 (kaal bot) is niet voorspelbaar. De werking van deze middelen is met wetenschappelijke onderzoeken wel in redelijke mate aangetoond maar het is niet geheel duidelijk hoe de medicamenten hun weg vinden naar het beschadigde kraakbeen in het gewricht. Het zijn langzaam werkende medicamenten waarvan het effect na ongeveer twee á drie maanden kan worden bemerkt. Indien er echter geen effect wordt bemerkt, verdient het aanbeveling de inname te staken.
Visolie heeft een min of meer vergelijkbare werking hoewel ook hier het effect niet voorspelbaar blijkt te zijn. Voor de productie van 1 liter visolie is (afhankelijk van de soort vis) 20-100 kilogram wilde vis nodig. Er wordt per jaar ruim 1 miljard liter visolie gemaakt. (Bron: Wikipedia) Een van de werkzame stoffen is Omega-3 vetzuur. Ter verbetering van de kraakbeen conditie is visolie niet geschikt.
- injecties met hyaluronzuur (viscosupplementatie)
Met de injecties in het kniegewricht (eenmalige injectie tot enkele injecties) wordt beoogd de "smering" in de knie te verbeteren. Hyaluronzuur is een belangrijk bestanddeel van het kraakbeen en de concentratie van hyaluronzuur in het gewrichtskraakbeen neemt af met het ouder worden. Hyaluronzuur wordt synthetisch gemaakt en is visceus (stroperig). De behandeling met hyaluronzuur (in Scandinavië ook wel de “chemische prothese” genoemd) heeft een in meerdere studies aangetoonde werking bij de milde (graad 1 en 2) en matige (graad 3) vormen van kraakbeenbeschadiging. Bij de graad 4 beschadigingen (kaal bot) is het effect niet voorspelbaar. Het effect van de injecties wordt doorgaans na enige weken pas bemerkt en wordt toegeschreven aan herstel en behoud van collageen en vergroting van de waterhoudendheid van het kraakbeen. Het effect, indien aanwezig, houdt meestal 4 tot 6 maanden aan. De injectie therapie kent nauwelijks complicaties (er is altijd een kans op een infectie). Hyaluronzuur is onder diverse namen op de markt verkrijgbaar (Durolane, Synvisc, Adant, Arteperon, Fermathron, Rumalon, Ostenil, Hyalgan, Monovisc, etc.). De kosten van de injecties worden meestal niet vergoed door de ziektenkosten verzekeraar. Uit recent onderzoek is gebleken dat er geen verschil in werking is tussen hoog- en laagvisceuze hyaluronzuur.
De "Werkgroep Knie" van de Nederlandse Orthopedische Vereniging (NOV) stelt dat met de huidige stand van de wetenschap, de mate van effectiviteit en het kosten aspect, de injecties met hyaluronzuur in Nederland niet worden aanbevolen als standaard primaire behandeling van artrose van de knie. Dit was het standpunt in 2013 en 2018.
Inmiddels is veel onderzoek verricht en is de richtlijn van de NOV via de werkgroep knie aangepast. In de huidige richtlijn wordt gesteld dat op grond van wetenschappelijk onderzoek wel een effect is vastgesteld op symptoomreductie bij de behandeling van artrose van de knie. De behandeling is ook kosteneffectief bij de behandeling van artrosen bij patiënten jonger dan 65 jaar. Het effect op de lange termijn is niet bekend. Het is nog niet bekend of en wanneer hyaluronzuurinjecties worden vergoed door de zorgverzekeraar.
- Groenlipmossel preparaten
Op de polikliniek wordt regelmatig gevraagd naar de werking van het extract van de groenlipmossel. De groenlipmossel bevat Omega-3 vetzuren en diverse glycosaminoglycanen (onder andere Glucosamine en chondroïtine). Er wordt door de leverancier gesteld dat een van de werkzame stoffen onder andere ook Curcumine (geelwortel of koenjit, een gembersoort) is. De andere is het zwarte bes-blad. Samen met het extract van de groenlipmossel, vitamine C en calcium zou het een kraakbeenbeschermende, echter geen kraakbeenherstellende werking hebben. De werking van deze preparaten is niet wetenschappelijk aangetoond. De aanwezigheid van galstenen blijkt een contra-indicatie van Curcumine te zijn. Er zijn verder geen bijwerkingen bekend. Het groenlipmossel extract wordt in capsule vorm en in vloeibare vorm geproduceerd. Het wordt niet vergoed door de ziektenkosten verzekeraar.
- injecties met corticosteroïden (bijnierschorshormoon)
Deze injecties hebben geen kraakbeen herstellende werking maar kunnen de begeleidende ontstekingsverschijnselen en de pijn in het gewricht verminderen. Het effect is meestal tijdelijk. De injecties zijn vooral effectief bij het opvlammen van een artrose die gepaard gaat met een warme en pijnlijk gezwollen knie ("flare"). Soms worden de injecties gegeven om tijdelijk minder klachten te ervaren, bij voorbeeld ten behoeve van een stedentrip, een belangrijke activiteit waar de mobiliteit vereist is of bij vergelijkbare omstandigheden.
- Injecties met PRP (platelet rich plasma) of ACP (autologous conditioned plasma)
De behandeling met thrombocyten(bloedplaatjes)-rijk plasma wordt thans in experimentele setting verricht. Tot heden is geen herstellend effect op beschadigd kraakbeen aangetoond en worden de gunstige effecten toegeschreven aan de ontstekingsremmende werking conform het mechanisme van corticosteroid injecties. De thrombocyten worden verkregen met een bloedafname. Door het bloed te centrifugeren worden de bloedplaatjes met het plasma gescheiden van de rode bloedcellen. Thrombocyten bevatten stoffen die een algemeen herstellende (regeneratieve) werking hebben. De behandeling bevindt zich voor de arthrotische gewrichten nog in een onderzoeksfase.
In Bergman Clinics worden de behandelingen bij geselecteerde patiënten door de sportarts (collega Moen) verricht. Indien sprake is van een "bot-op-bot" situatie, met een röntgenfoto aangetoond (graad IV schade kraakbeen of manifeste artrose), is het te verwachten resultaat van deze behandelingen gering. De behandeling kent nauwelijks tot geen complicaties. De behandeling wordt ondanks in sommige studies aangetoonde gunstige resultaten niet vergoed door de zorgverzekeraar.
NOV standpunt PRP injecties bij artrose (2018)
PRP injecties worden, al dan niet in studieverband, in toenemende mate toegepast bij patiënten met symptomatische artrose. Omdat er vragen vanuit het orthopedisch veld zijn over het gebruik van PRP/ACP bij de indicatie artrose, heeft de NOV de Werkgroep Biotechnologie gevraagd om een NOV-standpunt te formuleren. Hiervoor werd een peer-reviewed literatuurstudie verricht tot augustus 2018. De conclusie is dat - gezien de huidige stand van de wetenschap - het gebruik van intra-articulaire PRP injecties bij de behandeling van artrose niet wordt geadviseerd.
persoonlijke opmerking : de injecties hebben, zoals boven reeds gesteld, geen invloed op de conditie van het kraakbeen maar mogelijk wel op de begeleidende ontstekingsverschijnselen van een zich ontwikkelende artrose. Deze ontstekingsverschijnselen worden er vaak wel mee geremd gedurende enige maanden.
- Cooled radiofrequency ablation (C-RFA) , het (gedeeltelijk) verdoven van gevoelszenuwen rond de knie
Deze nieuwe ontwikkeling waarvan bij de artrose van de knie nog geen lange termijn resultaten bekend zijn, betreft het verdoven van zenuwen rond de knie (zenuw blokkade) waarbij de pijn, door de artrose veroorzaakt, vermindert. Het zou een optie voor behandeling kunnen zijn voor patiënten die niet kunnen worden geopereerd of een operatie onwenselijk vinden. Het effect van de behandeling op vermindering van pijn en verbetering van functie is langduriger dan bij de injecties met corticosteroiden. Op de foto's rechts zijn de plaatsen waar de zenuwen worden behandeld aangegeven. Bij patiënten bleek het gebruik van zwaardere pijnstillers (opiaten) te verminderen. Deze technieken worden al langere tijd gebruikt bij pijnsyndromen gerelateerd aan de wervelkolom. Permanente gevoelloosheid rond de knie is een van complicaties van de behandeling. Een infectie komt zelden voor.