Pijn na een meniscus operatie
Er dient een onderscheid te worden gemaakt in de behandeling van traumatische meniscus letsels en de degeneratieve letsels van de meniscus. Bij een traumatisch letsel van de meniscus bij een jonge patient is meestal geen sprake van een beschadiging van het kraakbeen. Het gescheurde meniscus gedeelte wordt verwijderd en dit leidt in het merendeel der gevallen tot een goed belastbare knie. De grootte van het verwijderde gedeelte van de meniscus kan wel gevolgen hebben op de langere termijn (zie ook bij meniscus). Immers met het verwijderen van een groot gedeelte van de meniscus wordt de druk op het kraakbeen vergroot. Een gedeelte van de zo belangrijke schokdemper in de knie is namelijke (gedeeltelijk) verwijderd. Zelfs verwijdering van een klein segment van de meniscus kan de schokdempende werking van de meniscus in negatieve zin beinvloeden. De termijn waarop klachten ontstaan bedraagt ongeveer 15 tot 25 jaar. Het optreden van klachten hangt ook af van het activiteiten niveau (werk en sport), de stabiliteit van de knie en de belastings-as (O of X-been).
Bij de degeneratieve letsels van de meniscus is in het merendeel der gevallen ook sprake van in ernst wisselende kraakbeen beschadigingen, zeker bij de iets oudere patient (> 40 jaar). Een degeneratieve meniscusscheur is vaak het eerste verschijnsel van een arthrose van de knie! De operateur kan voorafgaand aan een operatie niet altijd met zekerheid bepalen hoe groot het aandeel is in de klachten op basis van het meniscus letsel en dat van de eventueel aanwezige kraakbeenafwijkingen. Dit is dan ook de reden dat na een meniscectomie de mechanische klachten veroorzaakt door de meniscus meestal zijn verdwenen en soms duurinspanningsafhankelijke klachten voortduren, veroorzaakt door een verslechterde kraakbeen conditie. Op de foto's is goed te zien dat naast een degeneratieve meniscus scheur ook behoorlijke kraakbeen beschadigingen aanwezig zijn in het mediale compartiment van de knie. Deze patienten zullen hoogstwaarschijnlijk niet klachtenvrij zijn na de behandeling van het meniscusprobleem. De rode pijl geeft een focale chondropathie graad IV aan op het tibiaplateau die na behandeling van de meniscus scheur nog klachten kan veroorzaken.
In enkele gevallen duurt de zwelling na een operatie langer dan gemiddeld. Normaliter kan er tot 6 a 8 weken sprake zijn van een reactieve knie. Ook hiervoor is vaak de kraakbeenconditie verantwoordelijk. De onderstaande foto rechts toont een oppervlakkige kraakbeenbeschadiging met een instabiele rand (rode pijl) ter plaatse van het bovenbeen (mediale femur condyl). Een dergelijke beschadiging kan dan de oorzaak zijn voor zwelling en pijn die na de verwijdering van een gedeelte van de meniscus kan voorkomen. Deze afwijking is op een gewone röntgenfoto moeizaam en vaak ook niet te herkennen. Hydrops (vocht) van de knie wordt dan ook als de barometer van de knie beschouwd en mag om die reden noch door de orthopedisch chirurg, noch door de patiënt worden genegeerd. Eventueel kan een ontstekingsremmer voor bepaalde tijd worden voorgeschreven. Op de foto links is de diffuse slechte kraakbeenconditie aan de binnenzijde van de knie verantwoordelijk voor blijvende klachten na nettoyage van de meniscus en is de ernst van de kraakbeenschade (graad IV) een reden een vervolgbehandeling (prothese of osteotomie) te overwegen.